07 december 2015

Uitglijer Guus Slim

We hebben Guus Slim al eens betrapt op rarigheden. Nu ook weer, met een onnadenkendheid van óf de schrijver, óf de vertaler, óf van de inkleurder, óf de drukker. In album nummer 6, Bomaanslag in de bergen (1e druk uit 1963 met als Franse titel Surboum pour 4 roues) komen de heren Slim en Vlinder in de problemen als hun auto op bladzijde 14 wegspoelt. Hun weg naar Zwijndrecht wordt daardoor flink vertraagd. Op dat Zwijndrecht komen we straks nog terug. Ze zullen moeten lopen. Guus meent een wegwijzer te hebben gezien en Vlinder weet te vertellen dat daar 4 kilometer op staat, richting Oudven waar ze willen gaan schuilen.  
Vlinder is niet erg content met de wandeling in het vooruitzicht en spreidt de armen uiteen om aan te geven dat er iets onmogelijks moet gaan plaatsvinden, en dat is ook zo. Getuige de begeleidende tekst zegt hij dat ze 'twintig minuten moeten tippelen'.
Ik weet niet hoe hij dat wil doen, in twintig minuten 4 kilometer afleggen. Als je weet dat het wereldrecord snelwandelen voor heren op 16,1 kilometer per uur staat en voor dames op 14,6 op de 10 kilometer dan is 12 km/u zowat een wereldrecord. Normale mensen leggen ca. 5 kilometer af per uur. Toegegeven, de detectives zijn tot veel instaat, maar dit...
Overigens wordt op bladzijde 21 de weggespoelde wagen van Guus 'geel' genoemd door Vlinder, als ze als lifters worden meegenomen naar de stad. Op de voorafgaande pagina's heeft het vervoermiddel echter een auto-onbekend oranje, maar dit terzijde. Inkleuren is een vak, en drukken ook. Zo heeft Vlinder wel eens een groen hoofd. Op bladzijde 24 van Guus Slim: Popaïne en oude kunst (1e druk uit 1959) is zelfs de hele pagina bevolkt met aliens. In herdrukken heeft men gelukkig beter opgelet.
Vreemd genoeg komen dit soort drukzaken wel bij de boekskes van Tillieux voor en niet bij die van Franquin's Robbedoes en Kwabbernoot; beiden uit de stal van Dupuis nota bene.

Last but not least is er dan Zwijndrecht. Deze plaats is zeer willekeurig gekozen. Dat had veel beter gekund. Zwijndrecht ligt in het zuiden van Zuid Holland en is zo plat als plat maar plat kan zijn. Zwijndrecht ligt ook bij Antwerpen en dat is eveneens een zeer, zeer plat gebied. Het had de vertaler, die ongetwijfeld dezelfde is als die van Kamerlid Piemel (zie deze Uitglijer), gesierd als hij in elk geval nota had genomen van het landschap in Nederland en België. Dan had hij zich beter kunnen richten op een plaatsje in het Nederlandse of Belgische Limburg.

Daar is het heuvelachtig en wordt het plaatje zoals hieronder geen geweld aangedaan, zoals nu door het landschap weer te geven als bezaaid met 'bergen'. Ook staat het in Slim's Zwijndrecht stijf van het groen en dat kun je niet zeggen van de echte Zwijndrechten. 
Ook is het een feit dat Nederland én België nogal klein zijn. In deze landen kun je met de genoemde 'twee uur omrijden' in een ander land zitten, hetgeen niet de bedoeling is van de beide detectives.
Het zou geen moeite zijn geweest om de tekst wat aan te passen, als de uitgever dat goed had gevonden. De poging om door de vertaling het verhaal in een Nederlands of Belgisch gebied te laten spelen, heeft de vertaler dus op verschillende onderdelen parten gespeeld. Wat te denken van een alternatieve ballon met de tekst: 'we moeten een flinke omweg maken. De rijksweg ligt vol met puin. Ik zal om de heuvels heen moeten rijden'. Ter vergoelijking van de Uitglijer is, dat beide landen een Zwijndrecht hebben, en zo beide landen werden bediend. De lezer bepaalt dan tijdens het lezen zelf het land. Wel weer leuk.

Overigens bestaat ook Oudven, waar ze gaan schuilen, en dat ligt in Brabant nabij Mierlo. Het wordt omschreven als een gehucht (en dat is het in het album ook) en daar is het een stukje heuvelachtiger, maar er zijn nog steeds geen bergen. Het ligt meer dan 100 kilometer van elkaar af dus met wat fantasie, regen en een slecht kaartlezende Vlinder begint het verhaal toch langzaam wat meer te kloppen… een trip van twee uur. Maar ach, het is maar een kinderboek en de avonturen zijn een stuk realistischer dan die van bijvoorbeeld Suske en Wiske. Het zijn dan ook de volwassenen die er de Uitglijers in vinden. (HvK)

Met dank aan Theo Lenssen.

Hans van Klinken is freelance journalist en leest in zijn vrije tijd graag strips. Op de Incognito blog zal hij (on)regelmatig bijdragen leveren met De Uitglijer (rubriek voor strip-misstappen) en andere stripgerelateerde stukjes. 

Eerder publiceerde hij een Uitglijer over Guus SlimHergéSuske en Wiske: De Tartaarse helmTintin: Le Sceptre d'OttokarSchanulleke (Suske en Wiske)Suske en Wiske: De Tartaarse helm (2), Suske en Wiske: De Ringelingschat en Uitglijers met dubbele betekenissen?

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Waarom heeft men eigenlijk niet de plaatsnamen gewoon behouden?

eadulf zei

Robbedoes/Spirou richtte zich aanvankelijk op de Belgische lezers, maar toen de Franse markt voor de uitgever het belangrijkst werd, kregen alle auteurs het verzoek hun avonturen meer in Frankrijk te laten spelen. De Vlaamse lezertjes (en het vrij kleine aantal Nederlandse)hadden uiteraard geen boodschap aan Frankrijk en daarom probeerde de redacteur/vertaler van dienst van de Vlaamse editie steevast de namen te vervlaamsen of helemaal te vermijden. Een regelmatig voorkomend trucje was bijvoorbeeld om het in de vertaling niet over Parijs te hebben, maar over 'de hoofdstad'.